Als docent Engels aan Nederlandse studenten zie ik dagelijks dezelfde grammaticafouten terugkomen. Deze fouten zijn begrijpelijk, want het Engels verschilt op veel punten van het Nederlands. In dit artikel behandel ik de 10 meest voorkomende fouten en geef ik praktische tips om deze te vermijden.

De Top 10 Grammaticafouten

1. Verkeerd gebruik van 'A' en 'An'

Fout:

"I need a hour to finish this."

Correct:

"I need an hour to finish this."

Regel: Gebruik 'an' voor woorden die beginnen met een klinkerklank, niet alleen een klinker. 'Hour' klinkt als 'our', dus gebruik 'an'.

2. Present Perfect vs. Simple Past

Fout:

"I have seen him yesterday."

Correct:

"I saw him yesterday."

Regel: Gebruik Simple Past bij specifieke tijdaanduidingen in het verleden (yesterday, last week, in 2020). Present Perfect wordt gebruikt voor gebeurtenissen zonder specifieke tijd of die nog steeds relevant zijn.

3. Vergeten van de 's' bij derde persoon enkelvoud

Fout:

"She speak English very well."

Correct:

"She speaks English very well."

Regel: Bij he, she, it voeg je altijd een 's' toe aan het werkwoord in de Simple Present.

4. Verkeerde woordvolgorde bij vragen

Fout:

"Where you are going?"

Correct:

"Where are you going?"

Regel: In vragen komt het hulpwerkwoord voor het onderwerp: vraagwoord + hulpwerkwoord + onderwerp + hoofdwerkwoord.

5. Verwarring tussen 'Make' en 'Do'

Fout:

"I need to make my homework."

Correct:

"I need to do my homework."

Regel: 'Do' wordt gebruikt voor activiteiten en taken. 'Make' wordt gebruikt voor het creëren of produceren van iets.

6. Verkeerd gebruik van 'Since' en 'For'

Fout:

"I have lived here since five years."

Correct:

"I have lived here for five years."

Regel: 'For' gebruik je bij een tijdsduur (for 3 hours, for 2 years). 'Since' gebruik je bij een startpunt (since Monday, since 2020).

7. Preposities na werkwoorden

Fout:

"I'm looking for you tomorrow."

Correct:

"I'm looking forward to seeing you tomorrow."

Regel: Phrasal verbs hebben vaste preposities. Leer deze combinaties uit je hoofd: look for (zoeken naar), look forward to (uitkijken naar).

8. Verkeerde vergelijkingen

Fout:

"This book is more better than that one."

Correct:

"This book is better than that one."

Regel: Gebruik ofwel 'more + bijvoeglijk naamwoord' ofwel de vergrotende trap (-er), maar nooit beide samen.

9. Verkeerd gebruik van gerundium na voorzetsels

Fout:

"I'm interested to learn English."

Correct:

"I'm interested in learning English."

Regel: Na voorzetsels (in, on, at, for, etc.) gebruik je altijd de -ing vorm van het werkwoord.

10. Verwarring tussen 'Its' en 'It's'

Fout:

"The dog wagged it's tail."

Correct:

"The dog wagged its tail."

Regel: 'It's' is een samentrekking van 'it is' of 'it has'. 'Its' is een bezittelijk voornaamwoord (zoals 'zijn' of 'haar').

Praktische Tips om Fouten te Vermijden

Lees veel Engels

Door veel te lezen krijg je een gevoel voor correcte grammatica. Start met eenvoudige teksten en bouw langzaam op.

Oefen regelmatig

Maak dagelijks korte schrijfoefeningen. Gebruik de grammaticaregels die je net hebt geleerd in praktijksituaties.

Spreek hardop

Lees zinnen hardop voor om je gehoor te trainen. Zo herken je fouten sneller omdat ze 'verkeerd klinken'.

Maak checklists

Maak een lijst van je meest gemaakte fouten en controleer deze bij het schrijven. Zo automatiseer je het correcte gebruik.

Conclusie

Het maken van grammaticafouten is normaal bij het leren van een nieuwe taal. Het belangrijkste is dat je bewust wordt van je fouten en actief werkt aan verbetering. Door de bovenstaande regels te onthouden en regelmatig te oefenen, zul je merken dat je Engels steeds natuurlijker gaat klinken.

Vergeet niet: perfectie is niet het doel, communicatie wel. Elke fout die je maakt is een kans om te leren en te groeien in je taalbeheersing.